Deponeringstermijn van jaarrekeningen verkort
De maximale termijn voor deponering van jaarrekeningen van NV’s en BV’s is onlangs verkort: voor de deponering van uw jaarrekening over 2016 geldt niet meer de “klassieke” termijn van 13 maanden na afloop van het boekjaar, maar een nieuwe termijn van 12 maanden, of zelfs onder omstandigheden een termijn van 10 maanden en 8 dagen. Het doorlezen van deze blog kan u een hoop ellende besparen.
De wijziging is een gevolg van de Uitvoeringswet richtlijn jaarrekening die in november 2015 is ingevoerd. Belangrijkste wijziging is verkorting van de termijn voor deponering van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel. De termijn voor deponering is 12 maanden geworden (was 13 maanden); de termijn is nog korter indien alle aandeelhouders ook bestuurder zijn. Dan wordt de termijn verkort tot 10 maanden en 8 dagen. De wijziging geldt voor boekjaren vanaf 1 januari 2016. Als het boekjaar gelijk is aan het kalenderjaar eindigt de 12-maandentermijn op 31 december 2017. Ondanks de aandacht die aan de wetswijziging is gegeven is de verkorte deponeringstermijn bij veel ondernemers nog niet doorgedrongen. Het is nog steeds een hardnekkige misvatting dat de deponeringstermijn 13 maanden is. Deponering van uw jaarrekening over 2016 na 31 december 2017 is echter definitief te laat.
De 12-maandentermijn is opgebouwd uit i) de ongewijzigde termijn van vijf maanden voor het opmaken van de jaarrekening door het bestuur, ii) de gewijzigde (verkorte) termijn van vijf maanden van uitstel die kunnen worden verleend voor het opmaken (was zes maanden) en ten slotte iii) de ongewijzigde termijn van twee maanden voor vaststelling door de vergadering van aandeelhouders. De laatste termijn van twee maanden is niet van toepassing als alle aandeelhouders ook bestuurder zijn; opmaken en vaststellen van de jaarrekening worden dan geacht samen te vallen.
Cliënten denken dat de statuten nog steeds doorslaggevend zijn. De oude 13-maanden termijn is nog in veel statuten terug te vinden. De wet gaat alleen boven de statuten. Een statutaire regeling die bepaalt dat een uitstel van zes maanden kan worden verleend voor het opmaken van de jaarrekening is niet meer van toepassing. Een statutaire regeling om het opmaken en vaststellen van de jaarrekening niet samen te laten vallen als alle aandeelhouders ook bestuurders zijn, is nog wèl mogelijk.
Het niet of niet tijdig deponeren van een jaarrekening is een economisch delict. Bij faillissement kwalificeert het niet tijdig deponeren van een jaarrekening als onbehoorlijk bestuur en op die manier is schending van de deponeringsplicht een eerste stap in de richting van persoonlijke aansprakelijkheid van bestuurders. Schending van de deponeringsplicht en genoemde negatieve gevolgen in een faillissement kan worden voorkomen door deponering van een voorlopige, nog niet vastgestelde, jaarrekening. Op de jaarrekening dient dan te worden aangetekend dat het een nog niet vastgestelde betreft; de onderneming dient nog steeds en zo spoedig mogelijk ook de vastgestelde jaarrekening te deponeren.